Hoe kies je voor een interieurstijl als je elke week iets anders mooi vind?
Je kent het wel: je bladert door een mooi interieurmagazine of scrolt langs je favoriete interieurblogs en denkt: dit is het! Dit zijn de kleuren die ik mooi vind, dit is mijn stijl, hier word ik blij van. En dat verandert ineens weer….
Een week later plof je namelijk weer op de bank met inspiratie in de vorm van een interieur tv-programma en denk je: ja, maar dit is ook heel erg leuk. Welke interieurstijl moet ik nu kiezen? ‘Ik vind te veel dingen mooi! Ik wil in ieder geval niet eindigen, zoals sommige mensen in ‘Weer verliefd op mijn huis’, waarin ze of een bij elkaar geraapt zootje hebben staan of in een koud, kaal huis, waar geen keuzes zijn gemaakt en geen enkele warmte of persoonlijkheid te vinden is.’
Moet ik nu kiezen voor landelijk, modern, kleurrijk of juist rustig? Alle stijlen hebben wel elementen die me aanspreken.
Waarom zou je kiezen?
Het mooie is: je hoeft niet te kiezen. Ik weet niet wie ooit heeft bedacht dat elk huis een ‘eigen stijl’ heeft, maar ik ben er niet van overtuigd. Bij interieurprogramma’s of binnenkijkers op Youtube waar mensen wordt gevraagd naar hun stijl, word ik altijd een beetje zenuwachtig. En dat blijkt terecht, want mensen kunnen nooit echt goed antwoord geven. De vraag is eerlijk gezegd ook een beetje saai. Een beetje makkelijk. Alsof mensen wordt gevraagd: in welk hokje mag ik jou stoppen? En dat is natuurlijk nergens voor nodig. Zeker niet met zoiets persoonlijks als een interieur. De plek waar het vooral de bedoeling is dat jij je op je gemak voelt. Waar bezoekende mensen gerust iets van mogen vinden, maar waar anderen nu juist niets over te zeggen hebben.
Waarom hebben we met z’n allen dan toch de neiging om interieurstijlen te omschrijven?
De voordelen van het bepalen van een stijl is dat het je in de winkel richting geeft.
Een richting bepalen is iets anders dan jezelf vastzetten in één stijl. Je hoeft echt de winkel niet door met jouw label en dan zoveel mogelijk opzoeken wat daar tussen past. Daar zet je jezelf ontzettend mee vast en wordt het heel snel een heel saaie boel.
Sommige mensen kunnen – soms op een heel stijlvolle manier – allerlei dingen bij elkaar zetten, heel veel kleuren en printjes met elkaar combineren, er een strik omheen doen en zeggen: voilà, mijn interieur is eclectisch.
Waar begin je?
Zit daar nog iets tussen? Als je nu niet precies weet wat je moet kiezen omdat je alles mooi vindt, maar er ook geen zooitje van wilt maken. Waar begin je dan?
Als eerste kijk je naar functie: waar gebruik ik deze ruimte voor? Wat moet er sowieso komen, wat is echt onmisbaar? Want hoe mooi, strak, landelijk of juist kleurrijk een interieur ook is, als je bank niet lekker zit of de gordijnen niet goed dicht kunnen, ben je nergens.
Wat is je basis?
Dus: eerst beslis je wat je echt nodig hebt: je basis. Die basis is vaak het grootste object in de kamer. De bank, het bed. Kies daarvoor iets wat extreem comfortabel of functioneel is, want dat item gebruik je het meest en daarvan heb je net besloten dat je dat item belangrijk vindt. Deze moet goed zijn, lang meegaan, functie hebben. Voor de basis kun je het beste iets neutraals kiezen. Deze wissel je niet zo vaak en de kleur en je persoonlijkheid komt meestal niet tot uiting in een bank. Veel eerder in een kunstwerk of vaasje op de (basis) tafel.
Ben jij blij? Dan ga je heel rustig inrichten en de stukjes op z’n plek laten vallen. Je neemt de tijd, ook al is dat moeilijk. Mooie dingen vinden, of beter gezegd: kiezen wat je echt wilt, kost tijd. Desnoods kies je eerst een tv-meubel uit bij de kringloop en wacht je tot jouw ideaalplaatje opeens voorbijkomt.
Twee weken tussen Pinterest en winkel
Laat je hierbij niet opjagen. Het is belangrijk dat je even wacht tussen de inspiratie en het kopen.
Als je na twee weken iets nog steeds mooi vind, ga je ervoor. Als je het item dan hebt staan, kom je vanzelf weer nieuwe inspiratie tegen en kun je op die manier verder.
Met deze tips voorkom je misschien wat miskopen, maar we kunnen je niet beloven dat je nooit meer een miskoop doet. Daar komt de kringloopwinkel om de hoek kijken. Hier kun je vaak vrij pijnloos nieuwe dingen uitproberen. Een miskoop is in de kringloop een stuk goedkoper en kun je in een gevalletje: ‘What was I thinking?!’ weer terugbrengen.