Ton-sur-ton is een geliefde term in interieurland. Maar wat betekent het nu eigenlijk precies? Hoe pas je het toe? En waarom zou je het willen? Lees verder om het antwoord op deze vragen te ontdekken!

Wat is ton-sur-ton?

Ton-sur-ton is Frans. Letterlijk vertaald betekent het toon-op-toon. Het wordt ook wel tint-op-tint genoemd. Maar wat betekent dit nu in praktijk?

Je kiest één basiskleur en gebruikt daar vervolgens lichtere en donkere tinten van. Denk aan een interieur met donker-, midden- en lichtroze. Of ook heel geliefd: wit en verschillende nudetinten.

Je kan iedere kleur kiezen die je maar wilt voor dit concept.

Wat doet ton-sur-ton voor je interieur?

Met ton-sur-ton creëer je harmonie in je interieur. Het zorgt ervoor dat alles mooi samenvalt. Dat het één geheel wordt, en niet allemaal losse items bij elkaar. Het zorgt ervoor dat alles klopt en dat je interieur eruit ziet alsof je een interieurstylist hebt ingeschakeld. 

Een ander belangrijk effect van de lichte en donkere tinten: het creëert diepte en contrast in je interieur. Dat geeft sfeer aan de ruimte. Gezelligheid. En tegelijkertijd ook een luxe uitstraling. Wie wil dat nu niet?

Is ton-sur-ton niet saai?

Allemaal tinten van één kleur, is dat niet saai? Zeker niet. Je kan het zo rustig of spannend maken als je zelf wilt.

Ga je voor ton-sur-ton met beige of grijs? Dan ontstaat er een heerlijke oase van rust.

Wil je juist een interieur met pit? Dan ga je voor een krachtige kleur die je ton-sur-ton toepast. Denk bijvoorbeeld aan blauw, groen of rood. 

En vind je de boel toch saai? Dan kan je altijd nog een extra kleur toevoegen.

Hoe pas je ton-sur-ton toe?

Jouw interieur ook naar een hoger niveau tillen met ton-sur-ton? Dan is de eerste stap je kleur kiezen. Vervolgens kies je lichtere en donkerdere tinten van deze kleur. 

Die tinten laat je vervolgens overal terugkomen. De muren, gordijnen, meubels, tapijten, decoratie. Alles dus.

Welke kleur kiezen?

Je kan letterlijk alle kleuren kiezen die je maar wilt. Het ligt helemaal aan je eigen smaak.

Het is wel slim om in gedachten te houden dat je een uitgesproken kleur sneller beu raakt. Ga je bijvoorbeeld voor groen of roze? Dan is de kans groot dat je daar na een tijdje op uitgekeken bent. Een neutrale kleur zoals grijs of beige gaat je niet snel tegenstaan. Bij die laatste kan je ook makkelijker spelen met andere kleuren ernaast.

Je ton-sur-ton kleur combineren met een andere kleur

Over andere kleuren gesproken: dat hoeft zeker niet, maar kan wel.

Zie je een extra kleur wel zitten? Dan kan je kiezen tussen een lekker groot contrast of juist een kleur die er dichtbij ligt.

Harmonieuze kleuren
Ga je voor een kleur die dichtbij je ton-sur-ton kleur ligt, je hoofdkleur dus, dan noemen we dat een harmonieuze kleur. De kleuren liggen dan dichtbij elkaar in de kleurencirkel. Denk aan rood en oranje of groen en blauw.

Op deze manier kan je spelen met een extra kleur, zonder dat het druk wordt. Die extra kleur kan je dan ook in wat grotere hoeveelheden toevoegen. Je hoeft niet snel bang te zijn dat het botst met je hoofdkleur.

Contrasterende kleuren
Houd jij juist wel van een flink contrast? Dan kan je kiezen voor kleuren die ver uit elkaar liggen. Denk bijvoorbeeld aan blauw als hoofdkleur en okergeel als accentkleur.

Ga je hiervoor? Dan is het belangrijk om de balans goed in de gaten te houden. Je hoofdkleur gebruik je veel en op grote vlakken, de accentkleur voeg je in kleine hoeveelheden toe.

We blijven even bij het blauw en okergeel voorbeeld:

• Blauw krijgt duidelijk de hoofdrol. Blauwe bank, blauwe muur, blauw tapijt.
• Okergeel voeg je met kleine items toe. Kussens op de bank, een kandelaar en wanddeco die niet al te groot is.

Onmisbaar: textuur

Onmisbaar in ieder interieur: textuur. Met textuur geef je je interieur diepte. Zo voorkom je dat het plat wordt. Een interieur met gebrek aan structuur ziet eruit alsof het niet helemaal af is. Alsof er iets mist. Ook als er veel spullen staan.

In een ton-sur-ton interieur is textuur nog net iets belangrijker. Omdat de kleuren al zo dichtbij elkaar liggen, wil je voldoende contrast in je materialen hebben. Gebruik daarom verschillende texturen. Ruw, glad, zacht en hard. 

In praktijk betekent dat bijvoorbeeld:

• Een houten kastje en een rieten stoel.
• Een gladde muur met macramé wanddeco.
• Een velvet bank met satijnen of fluffy kussens.
• Een houten vloer met een hoogpolig tapijt.

Als je goed nadenkt over de kleur, de balans met een extra kleur én aan de slag gaat met verschillende kleuren kan je een prachtig ton-sur-ton interieur creëren!